In memoriam

 

LEON LEMBRECHTS

 

In feite had Leon nog één jaar langer moeten leven en dan had hij nog net de renovatie van ons, maar vooral zijn, heemhuis kunnen meemaken. Niet zozeer de renovatie maar vooral het eindresultaat zou hem zeer hebben bekoord. Het vernieuwde gebouw zou vanaf dan alle functies kunnen herbergen die hij nodig achtte om een goede werking te kunnen uitbouwen van een heemkundige kring. Om een goede heemkundige werking te hebben, moet je niet alleen lokale vorsers hebben die mooie en gedegen publicaties maken, er mmoet ook een publiek voor zijn dat in een gepaste omgeving kan ondergedompeld worden in de prachtige wereld van de heemkunde. In 2014, vlak voor onze 50ste heemverjaardag, zal dat bewaarheid worden. Hoe is het zo ver kunnen komen? Hoe is dat inzicht gerijpt?

 

Leon werd op 12 april 1925 geboren onder de kerktoren van Schilde. Het dorp was nog afgesneden van de 'steenweg' door Schil veld en 'den bovenmeester' Mariën was zijn buurman. Zijn ouders hadden hier een kruidenierswinkel in de Kasteeldreef. Het dorpsleven van toen is hier al meermaals beschreven en Leon maakte daar gewoon deel van uit. Een schalkse rakker zoals er wel meer waren. Vaak heeft hij verteld dat hij als jong manneke heel hard kon lopen en daarom zondags een centje kon bijverdienen door de ringen van de duivenmelkers zo snel mogelijk naar het duivenlokaal te brengen. Ook de tweede wereldoorlog, Leon was toen 15, heeft zijn sporen nagelaten.

Doordat zijn vrouw Maria Dewitte, zijn overbuurvrouw, de dochter van 'den ijzerwinkel' was en haar grootvader een schrijnwerkerij had met feestzaal, speelde het merendeel van zijn leven zich hier af. In een omgeving waar veel werd verteld over vroeger en al wat daarbij hoorde. Op zijn 1ste werkomgeving, het gemeentehuis van Oostmalle, leerde hij Flor Bosch kennen die jarenlang het boegbeeld was van de Heemkundige Kring van Malle. Daar werden de kiemen gelegd van zijn latere heemkundige engagement.

 

Bij het ontstaan van Scilla in 1966 was Leon bij de eerste aangesloten leden en in september 1968 vinden we hem reeds terug als bestuurslid. Als toenmalig voorzitter Hugo Berghmans dan in 1970 schepen wordt in Schilde neemt deze ontslag en wordt aan raadslid Leon de vraag gesteld om tijdelijk voorzitter te worden van Scilla.

In de vele gesprekken die ik heb gehad met Leon, maar ook met wijlen Jos Van Bulck en Albert Schoenmaeckers heb ik onthouden dat Leon erg snel door had dat je niet alleen moet publiceren maar ook en vooral een degelijke ledenwerking moet hebben met, liefst, een vaste stek. Je eigen lokaal, een heem, een thuis. Het eerste doel was dan ook de Orangerie in Schildehof. Met heel veel moeite en inzet en steun van het gemeentebestuur werd dit laatste gebouw uit het kasteelpark gerestaureerd en met financiële steun van vele leden is dit dan ook gelukt. Na de bestuursvergaderingen in diverse cafés en woonkamers zou dit de nieuwe thuis worden van Scilla. Het mocht echter niet zijn. Het gemeentebestuur opporde dat dit met gmeenschapsgeld werd hersteld en dus ook terug moest gaan naar de gemeenschap en niet naar één vereniging. Leon was hierover zwaar teleurgesteld maar besefte ook al snel de tekortkomingen van dat gebouw.

 

In 1980 echter werd hij beloond via de goede contacten die hij en de familie Helleputte hadden met het klooster in 's Gravenwezel en werd een klein gedeelte van de hovenierswoning gereserveerd voor de kring. Een eerste heemhuisje was een feit. Om in deze bijkomende financiële noden te voorzien werd er met de Heemfeesten gestart. Bijkomend voordeel van de Heemfeesten was, door zijn laagdrempeligheid, dat je er een veel breder publiek mee kon bereiken. En dat was ook zo.

 

Eenvoudig begonnen met een zondagmiddag is dit nu uitgegroeid tot een heel weekend maar nog steeds met datzelfde eenvoudige concept van toen. In 1990 bekwam hij het ganse gebouw voor de kring. Weerom werden er veel inspanningen geleverd door een grote groep medewerkers om dit om te vormen tot een heus heemkundig lokaal met respect voor het oorspronkelijke doel. Woning, paardenstal en koetshuis. Trots kon hij de opening combineren met ons 25-jarig bestaan en een mooie tentoonstelling over het kasteel van Schilde.

 

 

Het oog moet ook wat hebben, wist hij. Een mooie en degelijke tentoonstelling laat beter zien welk een resultaat een kring kan hebben met zijn onderzoek. Zijn tentoonstelling in Puttenhof in juni 1972 kon op een grote belangstelling en waardering rekenen met erg veel nieuwe leden tot gevolg. Monumentenzorg was nog zo een stokpaardje van Leon en tussen 1976 (het jaar van het dorp) en 1980 werd er een stevige lijst gemaakt met geklasseerde monumenten, landschappen en dorpsgezichten. Later werd dit moeilijker voor ons omwille van de inhaalbeweging in andere gemeenten. Zijn lijst met verwezenlijkingen is erg groot en zou mij hier te ver leiden. En ik wil ook niet de indruk scheppen dat hij een heemkundige superman was. Zijn kracht bestond erin om steeds weer nieuwe, bijkomende mensen te enthousiasmeren voor Scilla en al hun talenten tot ontwikkeling te laten komen.

 

In 1987, er was net een verruiming van het bestuur gekomen, werd het idee gelanceerd om een soort van nachtelijke zomerwandeling te houden met verhalen en legendes. Leon zag hierin direct een middel om niet alleen een nieuw publiek aan te spreken maar om ook aan levende geschiedenis te doen. Aarzelend gestart was dit al gauw een succes en kwam alle ruimte om dit uit te bouwen tot een hoogtepunt in onze publiekswerking. De Midzomernachtwandelingen waren geboren en ze bezorgden Scilla een geweldige naamsbekendheid in Schilde.

 

 

Door zijn grote fotocollectie en met medewerking van enkele postkaartverzamelaars kon hij 20 jaar lang een pracht van een kalender samenstellen die op erg veel bijval kon bogen en een aardige cent op bracht voor de kring. Ook de andere publicaties van Scilla moesten steeds beter worden zowel van inhoud als van lay-out. Hij kon ook hier steeds steunen op een stevige groep medewerkers die wel het werk deden maar ook zijn ruime erkenning kregen. Na zijn 'op pensioenstelling' als voorzitter legde hij zich erg toe op zijn jaarlijkse dia-avond over Schilde. Een hoogtepunt in ons jaarprogramma en door de grote belangstelling ook één van de redenen dat wij een namiddageditie zijn gestart voor deze activiteiten. Net zoals de vertelavonden die we de laatste 10 jaar houden. Met zijn kompanen van het eerste uur: Michel Oorts en René Dierckx en de gastsprekers zijn er menige gezellige uren gesleten in het Heemhuis. Maar het mocht géén geïmproviseer zijn. Voorbereiding, beeldmateriaal, tekst, het moest allemaal kloppen.

 

Met het ouder worden ging zijn werklust wel wat achteruit maar niet zijn belangstelling voor de werking. Geregeld liet hij nog zijn mening horen over één of ander onderwerp. Maar bovenal weet ik van hemzelf dat hij steeds fier was op zijn Scilla, zijn bestuursleden, zijn werking. De basis die hij had gelegd en waarop de huidige ploeg voortbouwd, werpt zijn vruchten af. De erkenning als documentatiecentrum deed hem erg veel deugd. En ook dat hij op al onze activiteiten door zovele mensen nog werd aangesproken en bewonderd voor zijn werk, zijn inzet en vitale geest.

 

Patrick Anthoni