Couwenberghhoeve

In het uiterste noorden van onze gemeente, links van de eeuwenoude Waterstraat en vlak bij de Vraagheide, staat de Couwenberghhoeve. Het is een typische langgerekte bakstenen hoeve met woonhuis, stalling en schuur uit de 18de eeuw. Op de gevel boven de deur en de ramen staan witte kruisen gekalkt die dienden om de boze geesten buiten te houden. Op de schouw staat 1558 als datum, wat wijst op een oudere kern binnen in de hoeve. Bovendien wordt eigenlijk al op het einde van de 13de eeuw melding gemaakt van deze hoeve.

De hoeve ligt bijna op het hoogste punt van onze gemeente (+20 meter) temidden van een schrale en steriele heide waarvan men zich kan afvragen hoe de eerste ontginners daar hun kost konden winnen...

Het lag tussen de Rinkvenne en de Hertogenheide waar later de honderbunderheide uit geknipt werd en de Heidemolen opgericht, dat aan de gemeente en de armen van Schilde werd geschonken met de restrictieve bepaling dat het hof van Coudenberghe deze honderbunderheide niet zal mogen gebruiken.

 

Waarschijnlijk was dit een voormalige twaalfbunderhoeve. Tussen de 10de en de 12de eeuw werden er vaak verkavelingen gemaakt op woeste en onontgonnen gronden om de toenemende bevolkingsdruk op te vangen, in 'hoba's' of hoeven van 12 bunder of circa 15 ha. Vaak groeide uit enkele van die hoeves een gehucht - in Schilde echter niet.

In de 14de eeuw wordt het mee betrokken in het conflict over het cijnsrecht van de Rinkvennehoeve tussen de parochies van Schilde en Wesele. De pastoor van Schilde verliest de Rinkvenne aan 's Gravenwezel en de Couwenberghhoeve blijft onder zijn parochie. Dit verklaart ook de kaarsrechte grens tussen de twee deelgemeentes en Brecht. In de 14de en 15de eeuw verandert de hoeve vaak van eigenaar, maar blijft dezelfde familie Derkinderen als huurders en pachters (?) in de hoeve alhoewel zij vaak in gebreke blijven tot het goed wordt aangeslagen in naam van de Domeinen en via een kleine omweg in handen komt van de abdij van Villers, die het als eigendom behouden tot aan de Franse Revolutie in 1789. De hoeve besloeg toen 19 bunder en 316 roeden, met de annexe landen 123 bunder 96 roeden.

In 1981 werd de hoeve als monument geklasseerd en de onmiddellijke omgeving als dorpsgezicht. Gelukkig werd ook het laatste restantje van die immense Hertogenheide ook geklasseerd als landschap onder de naam van Brechtse Heide of Vraagheide.

Allebei alvast een wandeling waard.