Kerkhof van Schilde

Tijdens de winter van 2010 zijn op het kerkplein de rododendrons verwijderd die reeds decennia lang stonden binnen de kerkhofmuur van de Sint-Guibertuskerk. Hierdoor is een weinig gekend deel van dit grote en mooie kerkhof zichtbaar geworden van op straat. Enkele zeldzame pareltjes van grafkunst en funerair erfgoed zijn zo aan het licht gekomen.

Dit vraagt om enige toelichting. Begrafenisrituelen zijn al enkele millenia oud en vooral met de komst van het christendom veranderde de uiterlijke symboliek erg sterk. Vanaf de eerste landbouwgemeenschappen en dorpjes ontstaan er begraafplaatsen. In de middeleeuwen komen die rond de kerk te liggen omdat de gelovigen zo snel mogelijk naar de hemel willen en daarom zo dicht mogelijk bij de kerk, haar heiligen en vooral het hoogaltaar willen liggen. Edelen, priesters en rijke mensen werden in de kerk begraven. De anderen er buiten, meestal aan de zuidzijde. De allerarmsten kwamen aan de noordzijde terecht. Van zodra er een verbod kwam op het begraven van mensen in de kerk, wordt de oostzijde (vlak achter het hoogaltaar) de meest gegeerde plek. In 1774 komt er een voorschrift dat ook aan de dorpen oplegt dat het kerkhof buiten de dorpskern moet liggen. Deze wet wordt in 1804 nogmaals bekrachtigd door Napoleon. Deze wet is ook de basis van de huidige begraafplaatsregels en -concessies.

Om welke reden Schilde bovenstaande regels genegeerd heeft is niet duidelijk. Feit is wel dat we vandaag de dag nog steeds beschikken over een zeer oud kerkhofgedeelte gelegen rond de kerk zelf. Omdat er voldoende uitbreidingsmogelijkheden waren aan de zuidkant, moest dit ook niet verdwijnen.

De middeleeuws aandoende kerkhofmuur, aan de ingang Puttenhoflaan, dateert uit de 19de eeuw en werd hoogstwaarschijnlijk gebouwd tijdens de kerkvergroting van 1887. Toen zijn ook de oude grafstenen, die nog in de kerk lagen, ofwel in de zijmuren ingemetseld ofwel tussen de steunberen gelegd. De mooie barokke grafstenen behoren allemaal toe aan vroeger dorpspastoors. Bovenaan staat telkens een kelk met stralenkrans, het grafsymbool voor een priester. De stenen op de grond zijn bijna allemaal 18de eeuws.

Vooraan tegen de straat staat een stevig arduinen grafmonument in neoclassicistische stijl van de familie Frère, de voormalige bewoners van het Dieghemhof. Het dateert uit 1850 en behoort tot de oudste grafmonumenten in Vlaanderen. Net zoals de ingemetselde grafsteen van de familie Masen, waarvan Johannes Masen brouwer en burgemeester van Schilde was van 1800 tot 1849. Bovenaan staat een gevleugelde doodskop. Die verwijst naar de vluchtigheid van het aardse bestaan. Dit symbool komt echter maar zelden voor, net zoals de enkele bidbankjes die er nog te vinden zijn. Ook de andere zerken herbergen nog heel wat vergeten funeraire symbolen en staan bovendien ook voor ons collectief verleden door alle mensen die er begraven liggen. Niet alleen heel wat voormalige burgemeesters, schepenen, raadsleden en priesters, maar ook dokters, oudstrijders, kunstenaars. Ook kan je goed de verschillende bouwstijlen uit de periode 1850 tot 1950 herkennen in deze grafmonumenten.

Het mag duidelijk zijn dat dit niet zomaar mag teloorgaan, maar dat we integendeel fier moeten zijn dat we dit nog hebben en dat we het vooral moeten koesteren.