Puttenhof

Beknopte geschiedenis van Puttenhof

 

De eerste bebouwing en bewoning van dit domein dateert uit de dertiende eeuw. Het gaat om gebouwen gezet door de abdij van Affligem, die door diverse schenkingen de cijns van de heerlijkheid Schilde verwerfd.

Het laathof Ten Putte, met zijn abtscamere, was er om deze landgoederen te beheren.

In 1679 wordt het domein verkocht aan de bisschop van Antwerpen 'Ambrosius Capello', die in de toegangspoort zijn wapenschild laat plaatsen. (Capello = chapeau = hoed) Hij maakt er een rusthuis voor priesters van. In de 18de eeuw echter wordt het een gewoon lusthof, dat verhuurd wordt aan de baron van Schilde. In 1799 wordt het verkocht als zwart goed door de Fransen en komt het via heel wat omzwervingen uiteindelijk in de handen van de familie Van de Werve de Schilde die het verbouwen tot een meisjesschool. In 1933 wordt het na weer heel wat verbouwingen opnieuw een retraitehuis voor priesters en schoolgroepen. Sinds enige jaren is het nu een opvangtehuis voor kinderen, 'Het Open Poortje'.

Het gebouw in het verlengde van de poort is de Abtscamere en is geklasseerd als monument. Het ganse domein werd geklasseerd als dorpsgezicht.

Of liever een uitgebreide geschiedenis van Puttenhof?

 

De geschiedenis van de gemeente Schilde is onlosmakelijk verbonden et de geschiedenis van het domein Puttenhof in de oude dorpskern van Schilde, waarin de 'abtscamere', nu 'het herenhuis' genoemd, een centrale rol speelt.

In het begin van de 12de eeuw zendt hertog Godfried-met-den-baard Van Brabant ridders uit naar de verschillende dorpen in zijn recent ingelijfde markizaat Antwerpen. Waarschijnlijk zo ook naar Scille, zoals ons dorp toen heette.

Het oudst bekende document dateert van 1145 en is een akte waarin bepaald wordt dat Radhout van Craeynem heer van Scille is. Deze man bouwt het Hof Ter Putte. Een bunder land met een vestinggracht er omheen, een stenen huis, gewelfde kelders, een open haard. Met een tiendenschuur, een duiventoren en een hovenierswoning voor het dienstpersoneel. Het hof werd opgericht op het vruchtbaarste stu grond van de gemeente, vlakbij enkele beken en de weg van Mechelen naar 's Hertogenbosch, het stuk van Lier naar Brecht. De naam Ter Putte verwijst naar de twee drinkputten voor het vee die aan het domein verbonden zijn en die tot op vandaag nog steeds bestaan.

Het Hof Ter Putte verkreeg ook het cijnsrecht van Scille, dat betaald moest worden op 1 oktober.

Reeds in 1185 komt het domein in handen van de abdij van Affligem en als abt Zeger van Craeynem sterft in 1197 heet zijn huis in Schilde 'de abtscamere'. Vanaf nu is de abdij de eigenaar van het domein Puttenhof, mét het cijnsrecht. Voortaan is dit het buitenhuis van de abt van Affligem. De abdij verwerft in de 13de eeuw nog heel wat eigendommen in Schilde.

De eerste pastoors van Schilde zijn dan ook paters van Affligem en de patroonheilige wordt Sint-Wijbrecht van Gemblours, wiens stoffelijke resten zich bevinden in de abdijkerk van Affligem.

In de daarop volgende twee eeuwen blijft de abtscamere het bestuurlijke hart van Schilde, hetzij door de residerende abt, rentmeester of door verhuring aan een 'heer' zoals Jan II van Diedeghem. Vanaf 1400 gaat het bestuur van de heerlijkheid over in de handen van de heer van Hof ten Broecke, maar het cijnsrecht blijft in Hof ter Putte - dat vanaf nu een Laathof wordt genoemd.

In 1648 wordt de abtscamere verbouwd door huurder Michiel van Cauwenberghe de Lattre (de Laeter) tot een hof van Plaisantie met de huidige inrijpoort en brug, diepere wallen, stallen en schuren. Hij noem het domein nu Puttenhof. Door financiële problemen ziet de abdij zich in 1677 verplicht het Puttenhof te verkopen. Het seminarie van Antwerpen koopt het domein namens de stichting Capello om er een tehuis voor oude en zieke priesters van te maken. Sindsdien prijkt in witte steen op de inrijpoort het wapenschild van bisschop Ambrosius Capello. Dit tehuis is echter geen groot succes en ook het cijnsrecht brengt niet meer de verhoopte geldsommen binnen. In 1737 wordt het cijnsboek dan ook verkocht aan Jan Albert Van Hove en van Schilde.

Sinds 1677 benoemt het bisdom van Antwerpen ook de pastoors van Schilde. Hun kapelaans (onderpastoors) resideren in de abtscamere die vanaf dan apostelkamer wordt genoemd. De laatste kapelaan is Frans Jan Boey. Hij sterft in 1808. Daarop zat de stichting Capello te wachten: nu kon het goed verkocht worden. Door de Franse bezetting en de betwistingen over eigendomsrechten, is dit niet van een leien dakje gegaan. Heel de 19de eeuw wordt het hof bewoond door privé-eigenaars die het om verscheidene redenen nooit lang uithouden.

Door de schoolstrijd in 1879 wil de parochie zelf een meisjesschool opstarten, waarop baron van de Werve de Schilde het domein koopt en de bijgebouwen verbouwd tot drie klassen. Enkele zusters nemen hun intrek in de abtscamere.

Tijdens WOI fungeerde het ook als parochiaal centrum aangezien de parochiekerk in puin lag. Na de oorlog werd de school te klein voor de steeds aangroeiende bevolking en in 1933 verhuisde de school. Hierop werd Puttenhof verkocht aan een diocesane prietervereniging om er (opnieuw) een retraitehuis voor priesters en seminaristen te huisvesten. Later werd het opengesteld voor bezinningsdagen voor scholen, volwassen leken en gehuwden. Al die jaren blijven er zusters van het Heilig Hart van 's Gravenwezel wonen in het woonhuis. Door de dalende belangstelling voor retraites werd het Puttenhof verkocht om er een dagcentrum voor kinderen in onder te brengen.